Een netwerk vol knooppunten

 

   Welke actoren moeten aanwezig zijn voor een volledig beeld?

 

Omdat het economische realiteit systeem (ERS) de werkelijkheid wil weergeven op basis van alle stromen die kunnen worden vastgesteld en onderscheiden, is in dat geheel van stromen ordening aangebracht door de lagen die we onderscheiden hebben en de drie categorieën transacties (stromen) die zich daartussen voordoen: ecologische, ruil-, en financiële transacties. 

 

De natuur / de aarde, de alom aanwezige structuur die essentieel is voor alle andere structuren, stellen we niet apart voor omdat het, om zo te zeggen, de achtergrond is waarop we alle andere structuren projecteren.   

 

Bij de maatschappelijke ontwikkeling hebben we vastgesteld dat het leven van een individu in een hoogontwikkelde samenleving zich afspeelt in een bestel waarin de drie onafscheidelijke dimensies – de sociale, de economische, en de politieke / de solidaire – wat meer afzonderlijk zichtbaar zijn dan in de oorspronkelijke toestand waarin die dimensies nog bijna volledig in de gezinsentiteit vervat zaten.

 

Het gezin heeft echter zijn karakter van economische entiteit niet verloren – we noemen het gezin optredend in die functie: huishouding – en het politieke huis realiseert zijn solidariteitsopdrachten via economische entiteiten. Door gezinnen en overheid samen te nemen met de verbijzonderde ‘niet-gezins’ economische entiteiten zal de totaliteit van de stromen worden weergegeven terwijl de sociale en de politieke dimensies toch in beeld blijven. Daarom tonen we als aparte categorieën de entiteitengroepen die instaan voor de politieke / solidaire dimensie (de overheden) en voor een deel van de sociale dimensie (sociale / non-profit categorie). 

 

 Ten behoeve van de herkenbaarheid en voor de duidelijke band met het lagenschema splitsen we de andere niet-gezins economische entiteiten in industrie, diensten, en handel enerzijds en banken, verzekeringen, en holdings anderzijds. 

Bij het onderzoek naar de essentiële functies die een economische entiteit verricht zijn we tot de vaststelling gekomen dat alle verschillende activiteiten te herleiden zijn tot: consumeren, produceren, en investeren of de substitutievorm beleggen.

Een voorstelling van het maatschappelijke bestel, in de economische dimensie, moet met de hoger genoemde karakteristieken verenigbaar zijn: alle entiteiten(groepen) moeten aanwezig zijn met hun drie essentiële functies en de drie categorieën transacties moeten erin verbeeld zijn.

 

    Een kleurrijke verzameling bollen met heel veel draadverbindingen

 

We kunnen ons een politiek huis (als verzameling van een aantal entiteiten) voorstellen als een grote omzoomde bak op de grond gevuld met ballen in allerlei kleuren en formaten, die elk met een aantal andere ballen van de eigen groep en/of andere groepen én met de bodem – de aarde, als aparte ecologische entiteit – draadverbindingen hebben.

 

De draadverbindingen – in verschillende draadtypes naargelang het om fysieke of geldstromen gaat – stellen de stromen voor die optreden tussen de verschillende entiteiten; die draadverbindingen kunnen zowel langdurig en stevig als dunnetjes en eenmalig zijn; ook de meer langdurige verbindingen kunnen in de tijd worden verlegd en/of in aantal variëren. 

 

Alle entiteiten zijn voorgesteld als ronde ballen omdat we weten dat alle soorten economische entiteiten dezelfde drie essentiële functies vervullen (zie verder), zij het met specifieke eigen accenten. Ze komen niet voor als losse elementen want het zijn altijd knooppunten van de bedradingen in het web.

 

De kleinere soort ballen, met grijzige kleuren, staat voor de gezinsentiteiten. De andere groepen entiteiten (bedrijven, social-profit, overheid, financiële sector) hebben elk hun kleur met variaties daarbinnen.

 

De grootte van de ballen, die staat voor hun economisch gewicht, kan variëren in de tijd: terwijl er af en toe nieuwe ballen bijkomen en verdwijnen kunnen de bestaande ballen zowel krimpen als groeien en sommige spatten uit elkaar om plots te verdwijnen (faillissementen).

 

Gezinsentiteiten (de grijze ballen) vertonen als enige groep de eigenschap lange tijd in puntvorm te kunnen blijven bestaan (armlastige gezinnen die door de maatschappij moeten worden onderhouden).   

 

De weergave van de actoren is te zien onder het menupunt ‘knooppunten’. De draadverbindingen (stromen) zijn niet weergegeven. In het ERS-logo (zie home pagina) is elk van de verschillende entiteitengroepen weergegeven door één gekleurde bol (legende bij het knooppuntenschema). De schikking weerspiegelt de ERS-visie op de samenleving: de gezinnen zijn de centrale entiteiten, en de andere, de niet-gezins entiteiten, staan ten dienste van de gezinsentiteiten.   

 

Een drukke, maar niettemin overzichtelijk geschikte weergave

 

Met deze voorstelling zien we het maatschappelijke bestel als een ingewikkeld, kleurrijk, en voortdurend bewegend en vervormend kluwen, maar omdat we intussen inzicht hebben in de samenstellende delen staat kluwen in dit geval niet gelijk aan ondoorzichtige complexiteit maar aan rijke en voortdurend veranderende variatie op een gekend patroon.

 

De karakteristieken die we op dit niveau nog niet zien – de drie essentiële functies en de drie categorieën stromen – krijgen we te zien wanneer we het structuur- en werkingsmodel gaan bekijken dat binnenin elk van deze ballen aanwezig is. Dat model draagt de naam universeel ondernemingsmodel (UOM) omdat het geldig en bruikbaar is voor alle soorten economische entiteiten ongeacht hun omvang en/of aard. Er zal dan eveneens duidelijk worden dat de ballen geen passieve doorstroom punten zijn maar een actieve pompfunctie hebben die de doorstroming kan beïnvloeden.